Circulair bouwen
Vandaag volgt de bouwsector, net als andere industriële sectoren, een klassieke zogenaamde “lineaire” economische logica. Dat betekent concreet dat materialen afkomstig zijn van natuurlijke hulpbronnen die worden ontgonnen, vervolgens worden gebruikt en ten slotte aan het einde van hun levenscyclus nauwelijks worden gerecupereerd. Dit model gaat ervan uit dat hulpbronnen onuitputtelijk zijn en houdt geen rekening met de milieu-impact. Zo’n visie is niet houdbaar.
Als antwoord op de ontsporingen van dit model is een alternatieve visie van circulaire economie ontstaan. Deze wil de levensduur van materialen verlengen om de ontginning van nieuwe grondstoffen en de productie van afval te verminderen. Circulair bouwen houdt dus in dat er moet worden gedacht aan hergebruik van materialen, het terugwinnen van “afval” maar ook aan de demonteerbaarheid en omkeerbaarheid van het gebouw reeds van bij het ontwerp. Maar de circulaire visie gaat nog verder! Om het milieueffect tot een minimum te beperken, zal bijvoorbeeld de voorkeur worden gegeven aan plaatselijke hulpbronnen en ook aan lokale arbeidskrachten, om de emissies van het vervoer te verminderen.
De noodzaak om van economisch model te veranderen geldt des te meer voor de bouwsector. In het Brussels Gewest wordt geschat dat de bouw en exploitatie van gebouwen verantwoordelijk is voor 65% van de uitstoot van broeikasgassen en 33% van het geproduceerde afval. Het probleem van de energieprestatie van de Brusselse gebouwen is dan ook een echte uitdaging. Het Brussels Gewest is zich bewust van de hoogdringendheid van deze situatie en lanceerde in 2020 het programma Build Circular.Brussels om bedrijven te ondersteunen bij hun overgang naar een meer verantwoord bedrijfsmodel dat vriendelijker is voor de planeet en haar bewoners.